Sanne en haar man Steven verhuisden afgelopen zomer, middenin coronatijd, samen met zoons Tijn (10), Siem (7) en Gijs (4) naar de Filipijnse hoofdstad Manilla. Na een quarantaineperiode, een aardbeving en een besmetting met het denguevirus, ging het land ook nog eens in een strenge lockdown.
tekst Elly Molenaar
Sanne: ‘Steven werkt bij een groot baggerbedrijf en voor zijn werk kregen we de mogelijkheid om voor minimaal twee jaar in Manilla te wonen. Die kans grepen we meteen. Steven en ik groeiden allebei op in het buitenland, vanwege het werk van onze ouders. Steven in Colombia en Bangladesh en ik in Tanzania. Het leven in het buitenland is ons met de paplepel ingegoten dus. Bovendien woonden we voor mijn werk als dermatoloog al eens een tijd in Kaapstad, toen nog met twee kinderen. We weten dus wel een beetje wat het inhoudt om met het gezin in het buitenland te verblijven. We houden van het avontuur en we willen de kinderen graag laten ervaren dat er meer is in de wereld. Wat ik misschien nog wel het mooiste vind aan het wonen in een ander land, is de tijd die we als gezin met elkaar hebben. Veel meer dan in Nederland. Daar hebben we altijd zoveel sociale verplichtingen en zijn we voor ons gevoel soms alleen maar bezig ballen hooghouden. Hier in de Filipijnen werk ik vooralsnog niet, maar dat gaat wel komen. Voor nu geniet ik van de tijd en aandacht die ik aan de kinderen kan geven. Dat is me zoveel waard.

Ik wil niet verhuizen
Toen we de jongens vorig jaar vertelden over onze emigratieplannen, reageerden ze helemaal niet zo blij. Vooral Siem wilde niet verhuizen en zei dat hij niet mee zou gaan. Tijn was iets milder, maar was wel bang dat hij zijn vriendjes en opa en oma ontzettend zou missen. Vervelend, maar hun reactie liet ons niet echt twijfelen. We zien dit als een avontuur en een ervaring voor het leven. Voor ons allemaal.

In quarantaine
Bij aankomst in de Filipijnen moesten we eerst in quarantaine, in een hotel bij het vliegveld. Niet zo leuk, want de coronamaatregelen waren in Nederland juist flink aan het versoepelen. Het hotelpersoneel was streng. We zaten als gezin verdeeld over twee kamers en mochten niet bij elkaar komen. Af en toe slopen we natuurlijk wel stiekem naar elkaar toe. Twee keer zijn we gesnapt en werden we op de vingers getikt.
Terwijl we in het hotel verbleven, begon ‘s nachts het bed te schudden. Een aardbeving! Ik had zoiets nog nooit meegemaakt en wist eigenlijk niet wat ik moest doen. Naar buiten rennen of juist niet? Inmiddels weet ik dat je het beste onder een tafel kunt kruipen, zodat je geen spullen op je hoofd krijgt. Ik ben maar in bed gebleven. Er was gelukkig helemaal geen schade en de kinderen sliepen er dwars doorheen.

Online les
Hier in de Filipijnen brengt de COVID-19-epidemie veel problemen. Het land loopt achteraan als het om vaccineren gaaten de ziekenhuizen kunnen de zorg amper aan. En omdat gezinnen vaak met opa’s en oma’s onder een dak leven, zijn de scholen al anderhalf jaar gesloten. Men is bang dat kinderen ouderen besmetten. Het betekent dat onze jongens al vanaf het begin af aan online lessen krijgen. Ze zijn ingeschreven op een internationale school en daar gaat alles natuurlijk in het Engels. Dat is best frustrerend en lastig voor ze. Gelukkig gaat het steeds beter. We zien echt vooruitgang. Bijzonder om te merken hoe snel de kinderen zich aanpassen en een nieuwe taal leren. Gijs maakt nu rustig een praatje met de buurman, in het Engels.

Leeg huis
De container met al onze spullen uit Nederland had vertraging. Hij deed er vier maanden over in plaats van twee. Dat betekende dat we tijdens de lockdown, die meteen na onze komst begon, in een bijna leeg huis vertoefden. Dat was niet heel comfortabel en het maakte het lastig om ons er thuis voelen.
Knokkelkoorts
Een maand na onze aankomst werd ik helaas gestoken door een mug en kreeg dengue, oftewel knokkelkoorts. Dat is een infectieziekte die voorkomt in subtropische en tropische gebieden en levensbedreigend kan zijn. Ik lag tien dagen doodziek in bed en vroeg me meer dan eens af of het wel goed zou komen. De ziekenhuizen waren overvol door Covid-19, dus een opname wilde de arts koste wat kost voorkomen. Gelukkig ging het na anderhalve week langzaam beter en ben ik nu weer helemaal opgeknapt.
Thuis
We zijn nu drie maanden verder en hebben zo onze tegenslagen gehad. Maar dat hoort ook bij het avontuur. We zijn ontzettend blij dat we als gezin in de Filipijnen zijn. Wat is het hier prachtig mooi. We hebben een heel fijn huis, waar onze spullen uit Nederland inmiddels hun plekje hebben gevonden. De jongens krijgen steeds meer vriendjes, ze zwemmen iedere dag en gaan binnenkort hopelijk voor het eerst naar school. Als je ze vraagt of ze terug willen naar Nederland, zullen ze waarschijnlijk ‘ja’ zeggen, maar we merken dat ze het hier steeds meer naar hun zin hebben.

Op de fiets door Manilla
De inwoners van de Filipijnen zijn ontzettend vriendelijk en behulpzaam. Vooral de kinderen worden op handen gedragen. Ze krijgen knuffels en moeten regelmatig op de foto. Zelfs tegen Gijs van vier zeggen ze ‘sir’. Of ze noemen hem een baby. Dat vindt hij helemaal niks natuurlijk! We maken van alles mee. Laatst gingen we met z’n vijven op de fiets door Manilla. We werden door iedereen nagekeken, want in de stad zie je toch vooral auto’s en scooters. Die gekke Hollanders, zullen ze wel gedacht hebben.

Sloppenwijken
De ongelijkheid tussen arm en rijk valt ons ook op. Soms zien we hoge torenflats met dure appartementen en ernaast een sloppenwijk. We leggen de kinderen dan uit dat in die piepkleine huisjes grote gezinnen wonen en dat zij niet altijd te eten hebben, zoals wij. Het maakt indruk op ze. Het liefst nodigen ze iedereen bij ons thuis uit. We vinden het belangrijk dat het tot ze doordringt hoe goed we het hebben. En ook dat het belangrijk is goed te zijn voor andere mensen. Wij denken nog na over manieren om deze mensen te helpen. We dragen graag iets bij.

Hoge pieken
Al met al voelt het nog steeds goed dat we naar de Filipijnen verhuisd zijn. Als de regels straks wat soepeler worden, kunnen we ook vaker op stap. Ik denk dat het dan allemaal nog veel leuker wordt! Een vriend zei laatst tegen me dat bij een avontuur in het buitenland de dalen altijd dieper zijn, maar de pieken hoger. Dat kan ik alleen maar beamen. Maar zolang de pieken hoog zijn, zitten wij hier nog wel even.’
Benieuwd naar hoe het nu met Sanne en haar gezin gaat? Check dan haar Instagram: @sanne_karsten
Dit verhaal is gepubliceerd in Kleine Globetrotter Magazine editie 9. Wil jij deze nabestellen? Check dan onze webshop.
Meer verhalen lezen van inspirerende gezinnen? Kijk hier voor het overzicht.
Wat een leuk artikel, Sanne. Het leest als een stukje dat door jóu is geschreven. En dan enigszins geredigeerd door de schrijfster. Klopt dat? Met de foto’s erbij als illustratie geeft het een goed beeld van wat jullie zien en beleven. Ik ben wel trots op jullie, hoor!
Wat leuk om te horen Ruud! Sanne is geïnterviewd door onze redacteur Elly, die het interview vervolgens opgeschreven heeft. Maar als het klinkt alsof het door Sanne zelf geschreven is is dat natuurlijk een enorm compliment!
Groetjes, Marlieke